Deel deze pagina

‘Kennisbouwstenen brengen ons structuur, richting en gezamenlijke taal’

De Kennisbouwstenen bieden een overzicht van kennis en competenties die belangrijk zijn voor professionals in wijkteams. Maar hoe worden ze benut in de praktijk? In een kleine serie interviews komen professionals hierover aan het woord. Aflevering 1 is met Mijke van Beek-Kanters van WIJacademie bij WIJeindhoven.

Kun jij je voorstellen?
Ik ben Mijke van Beek-Kanters, coördinator van de WIJacademie bij WIJeindhoven. Vanuit de academie geef ik richting aan het leren en ontwikkelen van onze medewerkers.

Hoe maak jij in je werk van de kennisbouwstenen gebruik?
‘Binnen de WIJacademie zijn de kennisbouwstenen een belangrijk uitgangspunt voor leren en ontwikkelen voor alle medewerkers (we werken met T-shaped professionals). Ze geven richting aan de kennis en vaardigheden die nodig zijn om goed aan te sluiten bij onze inwoners. We hebben ze aangevuld met lokale richtlijnen en onze eigen competenties. Jaarlijks toetsen we trainingen op actualiteit en relevantie. Dat doen we samen met trainers, ontwikkelaars of themaspecialisten. Ook signaleren we waar extra aandacht nodig is en zetten we gerichte leerinterventies in. Zo bouwen we verder aan vakmanschap van de sociaal werkers van WIJeindhoven, met focus op leren in de praktijk en eigenaarschap.’

 Wat levert dat voor jou op?
‘De kennisbouwstenen brengen structuur, richting en een gezamenlijke taal binnen WIJeindhoven. Ze maken zichtbaar wat we belangrijk vinden aan kennis en vaardigheden. Ze vormen een praktisch toetsingskader: we beoordelen ons aanbod op aansluiting bij de praktijk en bij leerbehoeftes van medewerkers. Dat maakt het makkelijker om met teams in gesprek te gaan en scherp te kiezen waar we in investeren. Zo bouwen we doelgericht aan vakmanschap, in lijn met onze strategische koers.’

 Heb jij tips voor hoe anderen de kennisbouwstenen kunnen benutten?
‘Gebruik de kennisbouwstenen als gespreksstarter met teams, ontwikkelaars of beleidsmakers. Bespreek samen waar je staat en wat nodig is. Toets bestaande leerinterventies en pas ze aan waar nodig. Houd ook rekening met je lokale context: elke organisatie of gemeente heeft eigen richtlijnen en specifieke accenten. Maak de bouwstenen dus eigen, zodat ze geen theorie blijven, maar bijdragen aan vakmanschap in de praktijk.’

Lees hier de andere interviews in deze reeks: