De Kennisbouwstenen bieden een overzicht van kennis en competenties die belangrijk zijn voor professionals in wijkteams. Maar hoe worden ze benut in de praktijk? In een kleine serie interviews komen professionals hierover aan het woord. Aflevering 2 is met Esther van den Tol, werkzaam voor de wijkteams in Enschede.
Kun jij je kort voorstellen?
‘Ik ben Esther van den Tol, adviseur Kwaliteit, Innovatie en Technologie bij de wijkteams in Enschede. Ik werk op het snijvlak van organisatieontwikkeling, digitalisering en vakmanschap binnen het sociaal domein.’
Hoe maak jij in je werk van de kennisbouwstenen gebruik?
‘Wij gebruiken de kennisbouwstenen als kapstok om het vakmanschap van onze wijkteammedewerkers te versterken. In alle teams zijn introductieworkshops georganiseerd waarin medewerkers hun eigen kennis in kaart brengen, reflecteren op de vragen uit de wijk en hun scholingsbehoefte benoemen. Deze opbrengsten vertalen we jaarlijks naar teamjaarplannen en organisatiebrede ontwikkelthema’s. De kennisbouwstenen geven structuur en taal aan dat proces. Ze helpen ons scherp te houden waar we sterk in zijn en waar we moeten bijleren, op individueel, team- en organisatieniveau.’
Wat levert dat voor jou op?
‘De kennisbouwstenen geven mij en mijn collega’s houvast in een continu veranderende praktijk. Ze zorgen voor een gedeeld referentiekader binnen de organisatie en maken de koppeling mogelijk tussen dagelijkse praktijkvragen, het leerbeleid, en strategische keuzes. Doordat we werken met een vaste jaarcyclus, blijven we in beweging en kunnen we gericht investeren in ontwikkeling. Bovendien maakt het mijn werk als innovatiestrateeg makkelijker: ik zie sneller waar kansen liggen om nieuwe werkvormen, digitale tools of leerinterventies te introduceren.’
Heb jij tips voor hoe anderen de kennisbouwstenen kunnen benutten?
‘Begin klein en maak het praktisch. Leg het niet op, maar bouw het samen op met je teams. Het helpt enorm als het management erachter staat en je het proces koppelt aan bestaande overlegstructuren of jaarplannen. En: hou vol, ook als de opbrengst in het begin nog abstract voelt – het wordt vanzelf concreter als je het blijft doen.’
Lees hier de andere interviews in deze reeks: