Gemeenten slagen er toch in couleur locale aan te brengen in hun sociaal domeinbeleid, hoewel dat beleid op papier vaak gelijksoortig is, algemeen geformuleerd en abstract. ‘In beleidsnota’s wordt het wat vastgelegd, maar het hoe wordt pas op de werkvloer bereikt.’ Dat concluderen onderzoekers van Integraal Werken in de Wijk in de publicatie Dialoog en ruimte voor aansluiting beleid en praktijk. Zij pleiten daarin voor meer praktijkgericht onderzoek.
De publicatie schetst een beeld van het sociaal domein en maakt, op basis van recent verschenen publicaties, de balans op van de 6 jaar geleden ingezette decentralisaties. De bronnen hebben elk een andere invalshoek en variëren van (promotie)onderzoek tot rapportages van het Sociaal Cultureel Planbureau en de Raad voor het Openbaar Bestuur. De onderzoekers reflecteren vervolgens op dat beeld.
Beeld
Zes jaar geleden kregen gemeenten met de decentralisaties nieuwe taken en verantÂwoordelijkheden. De overheveling van de taken en verantwoordelijkheden naar het lokale bestuursniveau gaf gemeenten (beleids)vrijheid om te bepalen hoe zij hun lokale sociaal domein vormgeven. Zo wilde men ruimte creëren voor lokale verschillen in de uitvoering, waardoor zorg en ondersteuning beter kunnen worden afgestemd op de lokale behoeften van de inwoners. Eerder onderzoek laat zien dat gemeenten zich in het algemeen richten op elf overkoepelende beleidsuitgangspunten en dat die per gemeente wisselen. Die sluiten vaak wel aan bij de doelen van de transformatie van het sociaal domein, zoals de belofte van nabijheid, integraliteit en hulp en ondersteuning op maat. Maar ook wordt duidelijk dat die uitgangspunten vaak abstract zijn, algemeen en niet onderscheidend. Nederlandse gemeenten lijken ongeveer hetzelfde te doen en de ooit zo gewenste couleur locale zou amper te bekennen zijn.
Verschillen in praktijk
Maar in de praktijk zien de onderzoekers wel degelijk verschillen in hoe beleid wordt ingevuld en vooral dat verbinding tussen praktijk en beleid leidt tot meer samenhang tussen beleid en uitvoering. Zij illustreren dat met voorbeelden uit drie gemeenten. Daarvoor is dialoog nodig en ruimte om beleidsdoelstellingen lokaal in te vullen. Het betrekken van maatschappelijke partners is bovendien essentieel.
Ontwikkelopgaven
‘Deze overwegingen doen ons afvragen in hoeverre het beleid van gemeenten het voornaamste onderzoeksobject zou moeten zijn. In plaats van enkel te kijken naar wat er in het beleid wordt opgeschreven, zouden we meer kunnen kijken hoe er gewerkt wordt aan ontwikkelopgaven in de praktijk (en welke uitkomsten dit oplevert). Verder kijken dan de beleidsuitgangspunten op papier verschaft ons inzicht in hoe het sociaal domein zich ontwikkelt in de dagelijkse praktijk en leert ons belangrijke lessen over hoe we het sociaal domein kunnen doorontwikkelen en verbeteren’, stellen de onderzoekers.