Deel deze pagina

Een brugfunctie in het onderwijs; ervaringen vanuit een proeftuin in Den Bosch

De proeftuin is ontstaan vanuit een behoefte. Ouders leken onvoldoende de juiste ondersteuning te bereiken en scholen kregen veel vragen over gezins- of opvoed/opgroeiproblematiek en zagen de hulpvragen toenemen. De bestaande ondersteuning sloot niet aan en het onderwijsteam liep tegen de grenzen aan van wat de school kan bieden aan advies en ondersteuning. Vanuit deze verschillende behoeften is de proeftuin opgezet. Daarin werd tijd en ruimte vrijgemaakt voor een brugfunctie in de school. Jeugdverpleegkundige en de schoolmaatschappelijk werker waren elke week extra uren aanwezig in de school en daardoor meer toegankelijk en benaderbaar voor ouders, kinderen en onderwijsprofessionals.

Op welke vraag of behoefte geeft dit praktijkvoorbeeld antwoord?

Deze aanpak heeft als doel om ondersteuningsvragen van gezinnen vroegtijdig te signaleren en vervolgens laagdrempelig en zo nabij mogelijk ondersteuning te bieden. Gekenmerkt door herkenbaarheid en toegankelijkheid. 
In de proeftuin ‘Geïntegreerde aanpak onderwijs en basisondersteuning jeugdverpleegkundigen en schoolmaatschappelijk werk’ in ’s-Hertogenbosch deden 6 scholen/kindcentra ervaring op met deze manier van werken om zo escalatie en inzet van zwaardere hulp te voorkomen.

Hoe werkt het?

Op zes kindcentra zijn jeugdverpleegkundigen en schoolmaatschappelijk werkers de schoolteams komen versterken. Gedurende (bijna) een jaar verdeelden de jeugdverpleegkundigen en schoolmaatschappelijk werkers 6 uren extra inzet per week. Uren die zij in de scholen aanwezig waren, zichtbaar en aanspreekbaar voor kinderen, ouders en leerkrachten. Hun taak was zien, horen en handelen, met inzet van hun brede expertise en netwerken. 

Was de doelgroep betrokken bij de ontwikkeling?

Ouders zijn bij de start van de proeftuinen op verschillende manieren geïnformeerd en betrokken. Zo zijn er bijeenkomsten georganiseerd, nieuwsbrieven verzonden en persoonlijke gesprekken gevoerd. Om zo over de extra aanwezigheid van de Jvk en/of smw te informeren en helder te maken wat zij voor ouders en kinderen kunnen betekenen. 

Wat levert het op?

De samenwerking op de zes scholen bleek positief. Het lukte om in de samenwerking laagdrempelig en nabij aan te sluiten bij ondersteuningsvragen van kinderen en gezinnen. Met de extra inzet van de jeugdverpleegkundigen en schoolmaatschappelijk werkers investeerden de scholen in:

  • vertrouwen bij de kinderen, ouders en leerkrachten door aanwezigheid en bekend zijn;
  • effectieve inzet van de school als vindplaats en werkplaats; niet meer kwesties meenemen naar elders, maar aanpakken en oplossen in de school(omgeving); 
  • school als een veilige plek waar kwesties vroegtijdig gesignaleerd en meteen opgepakt worden; 
  • een preventieve aanpak, gericht op versterking van het eigen kunnen en kennen, waardoor (later) intensieve zorg minder of niet nodig is; 
  • een brugfunctie naar het netwerk van de ouders/bewoners  dichtbij in de buurt; 
  • het bieden van ondersteuning en eerstelijns opvoedhulpverlening in de school en bij de gezinnen thuis;
  • ontzorgen van leerkrachten dankzij de snelle en passende inzet van jeugdverpleegkundige en schoolmaatschappelijk werker; 
  • contacten met professionals die werken in de wijk en de stad; om zo ook de sociale kaart van de school en stad, verbonden met de buurtteams te versterken.

Mooi quote van een ouder: “Het is goed dat deze begeleiding er is op school…De schoolmaatschappelijk werker is een bekende van school en zij dwingt niet. Dat is fijn.”

Is de borging geregeld?

De werkwijze van de proeftuin is verlengd met twee jaren en uitgebreid naar het voortgezet onderwijs. De inzet van uren teruggebracht naar 4,5 uur. Er is een nieuwe element toegevoegd in de samenwerking. Er is een vast expertiseteam opgericht, dat bestaat medewerkers van twee gespecialiseerde jeugdzorginstellingen, zij zijn beschikbaar voor de JvK/SMW medewerker van de school. Hierbij kan beschikkingsvrij de gespecialiseerde jeugdhulp op eenzelfde wijze preventief bevraagd worden door de basisprofessionals.

Hoe is het gefinancierd?

Tijdens de proeftuinperiode werd de financiering evenredig gedragen door de betrokken partijen. De voortzetting in het doorbraakthema wordt nu bekostigd door de gemeente ’s-Hertogenbosch.

Met wie wordt samengewerkt?

Samenwerkingsverband De Meierij, Stichting Schoolbesturen primair onderwijs Den Bosch, Farent, GGD en de Gemeente ’s-Hertogenbosch.

Tips

Wat zijn de belangrijkste succesfactoren en valkuilen voor mensen die deze manier van (samen)werken ook in de praktijk willen brengen?

  • Het blijft belangrijk om alert te blijven op het bespreken van gegevens en het doorleggen van vragen in verband met de privacy/avg.
  • Als brugfunctionaris kun je erg druk zijn met het verbinden naar andere partners zoals het team Toegang en Regie en Veilig Thuis. Voorkomen dat we langs elkaar heen werken, blijft een aandachtspunt.
  • De hectiek van alledag maakt dat de jeugdverpleegkundige en schoolmaatschappelijk werker voor leerkrachten letterlijk nabij moeten zijn in het schoolgebouw.  Daarom: zet de jeugdverpleegkundige en schoolmaatschappelijk werker in een goed zichtbare ruimte, voor kinderen, ouders en leerkrachten. Niet ergens in de wijk, maar feitelijk zichtbaar en vindbaar in de school.
  • Vertrouwen heeft alles te maken met zichtbaar zijn. Voor ouders van kinderen die zelfstandig naar school komen, zijn we minder zichtbaar. Blijven informeren, via de schoolapp of infomiddagen, blijft dus belangrijk.

Meer weten?

https://voordejeugd.nl/nieuws/magazine-proeftuinen-gezien/

Contactgegevens voor nadere vragen
Samenwerkingsverband De Meierij. Contactpersoon: Theo Brands