Hoe kun je goed samenwerken met jeugdspecialisten? Vanuit het project ‘Jeugdspecialist in de buurt’ in Amsterdam is daarvoor een e-learning ontwikkeld. Aan het gebruik van de e-learning zijn geen kosten verbonden.
De e-learning bestaat uit vier onderdelen:
- Het wijkteam en de jeugdspecialist (zorgtraject)
- Het wijkteam en de jeugdspecialist (consultatie & advies)
- Jeugdbescherming en de jeugdspecialist (zorgtraject)
- Casuïstiekbespreking
Korte videofragmenten
De eerste drie onderdelen zijn uitgewerkte casussen uit de praktijk. Degene die de e-learning volgt, krijgt een aantal vragen over de casus. Vervolgens vertellen hulpverleners in korte videofragmenten hoe zij hebben gehandeld en wanneer zij jeugdspecialisten hebben ingeschakeld en waarom. De jeugdspecialisten zelf lichten toe wat zij in de casus hebben gedaan. Zo leert men over de samenwerking en hoe die eruit kan zien. Onderdeel 4 is een animatie waarin een casuïstiekbespreking wordt nagespeeld.
Gesprek op gang brengen
De e-learning is gemaakt voor studenten (Social work, Pedagogiek) en als bijscholing voor huidige jeugdprofessionals. Zij kunnen de e-learning individueel doen, maar ook tijdens of ter voorbereiding van een les. De e-learning is voornamelijk bedoeld om het gesprek op gang te brengen. De opdrachten en de videofragmenten nodigen uit om met elkaar te bespreken hoe iemand in een bepaalde situatie zou handelen, waarom, en welke andere mogelijkheden er zijn.
Onderzoek
De inhoud van deze e-learning komt voort uit het onderzoek naar Jeugdspecialist in de Buurt (Peeters, J. & Konijn, C. (2022). Integraal werken met de ‘Jeugdspecialist in de Buurt’. Amsterdam: Levvel). Het project de Jeugdspecialist in de buurt is één van de onderzoeken in het ZonMw-project ‘Versterken en verbeteren van wijkgericht werken’. Voor dit project, dat bestaat uit 10 onderzoeken naar wijkgericht werken met kinderen en gezinnen, vervult Integraal Werken in de Wijk (IWW) de kennisfunctie. IWW verrijkt de onderzoeken met beschikbare kennis en brengt de kennis die uit de projecten voortkomt, weer verder.
Voorbeeld casus
Het gezin bestaat uit Marjan (48), alleenstaande moeder en dochter Saar (15). Vader is al jaren uit beeld. Marjan en Saar hebben eerder hulp van Irene gehad, de jeugdpsycholoog van het wijkteam. Irene heeft destijds gezegd dat ze altijd mogen bellen als het niet goed thuis gaat. Marjan belt Irene op: ‘Er spelen dingen en mijn dochter wil er niet met mij over praten. Kan ze bij jou terecht?’ Saar heeft een beginnend eetprobleem, is overwegend boos en wil niet meer thuis wonen. Irene weet uit het eerdere traject dat niet alleen Saar soms vastloopt, maar dat er ook bij Marjan zaken spelen die aangepakt moeten worden. Zo ervaart Marjan veel schuldgevoelens en reageert snel emotioneel, en dat speelt een grote rol in de communicatie tussen Marjan en Saar. Het is Irene in dat eerdere traject niet gelukt om Marjan te motiveren hulp voor zichzelf te zoeken. Irene vraagt zich af of zij nu wel degene is die Marjan en Saar verder kan helpen of dat er meer specialistische hulp nodig is.